De gevolgen van het verdwijnen van derogatie in 2026 voor boeren en bemestingsplannen

De gevolgen van het verdwijnen van derogatie in 2026 voor boeren en bemestingsplannen

In 2026 vervalt in Nederland definitief de derogatie . Daarmee vervalt ook de mogelijkheid om meer dan 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare op grasland te gebruiken. Wat voor de meeste melkveehouders jarenlang een vast gegeven was, verandert nu in een nieuwe realiteit: minder ruimte voor drijfmest, hogere druk op mestafvoer, en een grote impact op de fosfaatbalans van het bedrijf.

Vooral het bemestingsplan verandert structureel. Waar voorheen de stikstofnorm leidend was, wordt vanaf 2026 voor veel bedrijven de fosfaatnorm het grootste beperkende element. In deze blog duiken we in de gevolgen voor jouw bemestingsplan, leggen we uit waarom grondmonsters belangrijker worden dan ooit, en laten we zien hoe fosfaat werkt in de groei van gras en waarom je het niet wilt onderschatten.



Wat betekent het verdwijnen van derogatie precies?

Derogatie gaf Nederlandse melkveehouders jarenlang de mogelijkheid om – onder strenge voorwaarden – méér dierlijke mest te gebruiken dan de Europese norm van 170 kg N/ha uit dierlijke mest. Door de sterke grasproductie van Nederlandse bodems en het hoge aandeel grasland was daar veel behoefte aan.

Vanaf 2026 vervalt deze regeling volledig. Dat betekent:

  • Maximaal 170 kg stikstof uit dierlijke mest per hectare
  • Geen verhoogde stikstofnorm voor grasland
  • De oude eisen (80% grasland, verplichte grondmonsters, aanvullende voorwaarden) vervallen

Minder dierlijke mest kunnen plaatsen zorgt ook automatisch voor minder fosfaatruimte, omdat fosfaat onlosmakelijk gekoppeld is aan drijfmest. Dat maakt fosfaat – meer dan stikstof – de remmende factor in het nieuwe systeem.

Schema afbouw derogatie naar 2026
Figuur 1: Schema afbouw derogatie naar 2026 (Bron: RVO)

Economische en bedrijfsmatige gevolgen voor boeren

Uit verschillende onderzoeksrapporten blijkt dat de financiële impact aanzienlijk is. De afbouw van derogatie leidt bij veel melkveebedrijven tot een inkomensverlies dat kan oplopen tot € 29.000 per bedrijf per jaar.

Dat komt vooral door:

Meer mestafvoer

Als je minder mag uitrijden, moet de overtollige mest worden afgevoerd.
De mestmarkt staat al onder druk en de afvoerkosten zullen niet dalen.

Minder stikstof én fosfaat beschikbaar op je eigen land

Veel bedrijven bemesten niet meer ‘op behoefte’, maar ‘op norm’.
Dat betekent lagere grasopbrengsten — tenzij je slim plant en bijstuurt met bodemanalyses.

Risico op negatieve fosfaatbalans

Melkveebedrijven die historisch veel dierlijke mest met een hoge P/N-verhouding gebruikten, komen ineens fosfaat tekort. Een tekort remt vooral de groei van jong gras.


Wat doet fosfaat met de groei van grasland?

Fosfaat (P) is een onmisbare voedingsstof voor grasland en speelt een grote rol in de energiehuishouding en ontwikkeling van planten.

Fosfaat is in het beginstadium van de groei essentieel

  • Stimuleert de ontwikkeling van jonge wortels
  • Bevordert het aanslaan van nieuw gras
  • Ondersteunt de omzetting van energie in de plant

Goede wortels = betere stikstofopname

Een plant met sterke wortels kan meer stikstof opnemen en benutten.
Als de bodem te weinig fosfaat beschikbaar heeft, wordt dus niet alleen de wortelgroei beperkt, maar ook de benutting van stikstof uit mest en kunstmest.

Fosfaat in drijfmest

Drijfmest bevat zowel stikstof als fosfaat. Door de lagere stikstofgebruiksnorm in 2026 mag er minder drijfmest worden uitgereden — dus komt er automatisch ook minder fosfaat op het land.

Dit maakt bodem-P en fosfaatdifferentiatie cruciaal voor je toekomstige bemestingsplan.


De impact op het bemestingsplan

Fosfaatplaatsingsruimte na 2026

Zonder derogatie krijg je altijd te maken met de laagste fosfaatnorm, tenzij je grondmonsters hebt die het tegendeel aantonen.

Standaard geldt dan:

  • 75 kg fosfaat/ha op grasland
  • 40 kg fosfaat/ha op bouwland

Maar dat is slechts het begin. Met bodemonderzoek kun je via fosfaatdifferentiatie aantonen dat de bodem arm is aan fosfaat (P-ARM), waardoor je extra fosfaatruimte krijgt. In sommige gevallen kan de ruimte oplopen tot wel 120 kg fosfaat per hectare.

Waarom grondmonsters belangrijk blijven in 2026

Hoewel grondmonsters na 2026 officieel niet meer verplicht zijn, krijgen ze in de praktijk juist méér waarde.

Zonder grondmonster:

  • val je automatisch in de laagste fosfaatcategorie
  • mag je maar weinig fosfaat plaatsen
  • krijg je onnodig fosfaattekort in grasland
  • verlies je grasopbrengst én kwaliteit

Met grondmonster:

  • bepaal je de juiste fosfaatklasse (bijv. Pw of PAL)
  • krijg je mogelijk meer fosfaatruimte
  • kun je tot 4 jaar gebruikmaken van de analyse

Een simpel voorbeeld:
Als uit je monster blijkt dat de bodem laag in fosfaat zit, mag je tot soms wel 40% meer fosfaat aanwenden. Dat is vooral bij grasland een enorm verschil in opbrengst.

Strategie bij fosfaattekort of fosfaatoverschot

Bij fosfaattekort

  • Meer drijfmest uitrijden binnen de norm
  • Aanvullen met fosfaatkunstmest (vanaf 2026 weer toegestaan in meer situaties)
  • Focus op perceelsgericht bemesten: fosfaatarme percelen eerst

Bij fosfaatoverschot

  • Analyseer de P/N-verhouding van je mest
  • Overweeg mestscheiding of mestverwerking
  • Plaats drijfmest strategisch op percelen met lagere bodemwaarden

Praktische maatregelen voor een toekomstbestendig bemestingsplan

1. Neem vóór eind 2025 nieuwe grondmonsters

  • Estratificatie (sampling van max. 20 ha per monster) bespaart kosten
  • Analyse blijft vier jaar geldig

2. Pas je bemestingsplan aan op fosfaat in plaats van stikstof

Vanaf 2026 bepaalt fosfaat meestal de maximale hoeveelheid drijfmest, niet stikstof.

3. Plan meststromen slimmer

  • Meer voorjaarsplaatsing
  • Strategisch per perceel bemesten
  • Perceelsregister actualiseren

4. Overweeg mestscheiding

Een lagere P/N-verhouding in de dunne fractie geeft meer flexibiliteit op je grasland.

5. Overweeg kunstmest met juiste N/P-verhouding

Bij lage P-klassen is bijsturen met fosfaatkunstmest soms noodzakelijk om opbrengstderving te voorkomen.

6. Bekijk subsidiemogelijkheden

RVO-regelingen voor behoud van grasland kunnen bijdragen aan financiële verlichtingen op bedrijven die veel grasland gebruiken voor mestplaatsing.


Afronding

Het verdwijnen van de derogatie in 2026 is een structurele verandering met grote impact voor Nederlandse boeren. De grootste verschuiving zit in de bemestingsstrategie: waar stikstof jarenlang leidend was, wordt fosfaat vanaf nu een cruciale beperkende factor. De bedrijven die hun fosfaatplaatsingsruimte slim benutten, tijdig bodemanalyses uitvoeren en per perceel strategisch bemesten, zullen het minste nadeel ondervinden van de nieuwe situatie.

Bij De Zevenster helpen we boeren graag met het maken van een praktisch en helder bemestingsplan. We kunnen ook samen met je meekijken naar de uitslagen van je grondmonsteranalyse en adviseren hoe je jouw fosfaatruimte zo efficiënt mogelijk inzet. Zo zorgen we dat jouw bodem optimaal benut wordt — ook zonder derogatie .


Actielijst

  1. Plan grondmonsters vóór het einde van dit jaar.
  2. Controleer per perceel de fosfaatklasse.
  3. Bereken opnieuw de fosfaatplaatsingsruimte per perceel.
  4. Herzie het bemestingsplan: waar moet welke mest naartoe?
  5. Onderzoek opties voor mestscheiding of -verwerking.
  6. Maak gebruik van subsidieregelingen.
  7. Houd de bodem jaarlijks in de gaten en stuur bij waar nodig.

Bronvermelding

Terug naar blog